woensdag 12 maart 2008

pays Mandingue



Zondag zijn we naar het land van de Mandingue geweest. Het land van oorsprong van de Dogon. Er wordt ook gesproken van de Monts Mandingues, inderdaad een mooi landschap en geliefd wandelterrein van expats wonende in Bamako daar het slechts op een 100-tal km van Bamako verwijderd ligt maar net iets minder indrukwekkend dan de overweldigende 'falaise de Bandiagara' in Dogonland. Desalniettemin, al was er helemaal niets aan, we waren op familie-uitstap en dan ben ik de koning te rijk. Uiteraard omdat het zelden gebeurt. We kunnen moeilijk de boel achterlaten wanneer klanten logeren in de gastenkamers. En dan komt er ook een cultuurverschilletje: een Afrikaans gezin zal je zelden om niet te zeggen nooit samen in een auto zien - als er al een auto beschikbaar is. Op zijn minst moet er altijd één gezinslid achterblijven, letterlijk achterblijven want de grootste ramp zou zijn dat een ongeluk gebeurt en alle leden omkomen. Dan is alles weg. Nageslacht en voortbestaan zijn alles. Dit leven moeten verlaten zonder een nakomeling achter te laten is van het ergste wat een Afrikaan kan overkomen, alsof het dan een zinloos leven geweest is.
En toch kan ik Van af en toe overhalen en dan ben ik de koning te rijk.

Het zou Afrika niet zijn mochten we die uitstap dan echt ALLEEN met ons vieren maken. We waren de dag voordien naar de familie in Senou geweest en daar had N'Yélé's zus (in Westerse termen 'nichtje') hard gehuild tot ze mocht meekomen. Wij allen samen met Kathy en Fabienne, bezoek uit België! Een heerlijke week hebben we samen doorgebracht en zo veel gepalaverd dat ik met een immens slaaptekort zit. Het was het meer dan waard.