woensdag 21 december 2011

sprakeloos


Op een donderdag worden twee Fransen uit hun hotel in Hombori gekidnapt, we hadden er een paar weken geleden nog klanten.
Het was een ramp, voor de eerste keer onder de Niger. Maar geen toeristen, dubieuze Fransen, weerom Fransen … Niet wat we nodig hebben, maar we halen het wel, dit seizoen dat zich op een laag pitje aankondigde.

Op een vrijdag, echt wel de dag erna, stap ik net het woonhuis uit met de kinderen die het weekend zullen doorbrengen bij hun vader en de grote familie en krijg ik een telefoontje van een gids: nog geen half uur geleden, drie toeristen ontvoerd in hun hotel in Timboektoe en één neergeschoten.
Een collectieve schok zindert door het land en met name door de toeristische sektor.
Maintenant ils nous ont eu.

Ik herinner me vooral dat ik de hele namiddag telefoneer en getelefoneerd wordt. Gespannen en geshockeerd.
De twee Nederlandse echtparen, met Tounga op reis, bevinden zich dan in Mopti, en hebben nog Dogonland, Djenné en Segou voor de boeg. Aan de telefoon vertellen ze me dat ze vast van plan zijn hun reis verder te zetten.
Bij terugkeer in Bamako zijn ze uitermate tevreden maar het “we zullen het rondvertellen en mensen sturen” volgt niet.

Er komen na de gebeurtenissen nog informatie-aanvragen binnen, waarvan zelfs één ondertussen al geconfirmeerd. Een moedige Amerikaan.
Maar mijn tijd gaat ook naar het verwerken van annulaties.
Ik heb dit niet nodig en Mali nog veel minder.
Wat is er aan de hand met de wereld?

maandag 31 oktober 2011

Afel en Habib

Bamako is een boeiende stad met een bruisend nachtleven en schitterende concerten. Het werd gezegd. Wist ik veel, ik was druk bezig verantwoordelijkheden op mij te nemen die de mijne niet waren. Maar HALLELUJAH, the times they are a changin'! Ik ging vrijdagavond met Sophie naar Campemant Kangaba, een hotel complex zo'n 3 kwartier buiten de stad. De concertenreeks heet '24h en brousse' en de veelbelovende titel van dit optreden 'Afel Boucoum rencontre Habib Koité'. Met Afel (in witte boubou) zat ik 2 jaar geleden op het vliegtuig terug naar Bamako. Ik had hem toen niet herkend maar Van wel. Hij komt uit hetzelfde noord-Malinese dorp als Ali Farka Touré, Niafunké, heeft jaren in zijn band gespeeld en is nu één van de meesterlijke vertegenwoordigers van de Mali blues. Habib (in het midden) is al jaren een fonkelende ster aan het Malinese muziekfirmament (je hebt er hier een hele melkweg van). Zijn gitaarspel en uitstraling ... wat een entertainer! Stil blijven staan was geen optie.

Bijzonder was de kalebas-speler (in witte boubou zittend achter Afel). Een oude man die Habib voortdurend weer op het podium riep bij de naam 'Hama'. Ongeveer 14 jaar geleden, toen ik voor de eerste keer naar Afrika kwam, met Peter, zagen we totaal onverwachts in Dori, in het noorden van Burkina Faso, waar een grote reünie van Peul-herders werd gehouden een optreden van Ali Farka Touré. Aanwezig waren mogelijk 100 Peul mannen en vrouwen in vol ornaat en twee gelukkige blanken. Hama speelde toen in zijn groep want we herkenden hem maanden later in het Zuiderpershuis toen hij deel uitmaakte van de band van Habib Koité die daar optrad.

Een plezierig detail is dat Afel een cd aan Sophie had beloofd. Ze hadden kennisgemaakt toen hij haar hotel had bezocht in Djenné. Sophie was alweer terug in Djenné dus hadden ze afgesproken dat hij me zou bellen. Via één van onze volgende reizen zou de cd Djenné en Sophie bereiken. Maandagmorgen zou hij langskomen, woensdagmiddag ben ik er uiteindelijk zelf achter gereden. Het is een cliché waar je aan went (maar nooit bij je eigen vent!). Het was een fijne ontmoeting en een aangenaam gesprek. Hij was er toen ook bij in Dori.

Vraag me over nog eens 14 jaar waar ik was toen het nieuws van de dood van Khadaffi de wereld bereikte ... oh ja, ik dronk een biertje met Afel Boucoum.

zondag 2 oktober 2011

Echternach

Het is mijn bedoeling over het leven in Mali te schrijven – zal ik nog eens iets boeiends vertellen over hoe het er hier aan toe gaat, over de waanzinnige gelijkenissen en opmerkelijke verschillen. En het enige wat in mijn hoofd gonst is de situatie in Mali – jullie zijn ondertussen overtuigd dat het hier niet onveiliger is dan waar ook, nu nog de rest van de wereld – of de ergerlijke toestanden van een scheiding die uitgesproken is maar mogelijk nog een staart van onbepaalde duur krijgt.


Ik wil verder maar blijf soms steken … en weet tegelijkertijd dat sommige dingen niet vlugger kunnen dan ze gaan. Wat betekent dat hoe klein ook, er toch altijd enige progressie is, al is het die van Echternach.

Deze morgen in de tuin in Badalabougou.

maandag 12 september 2011

weer of geen weer

Onderstaand bericht schreef ik exact één maand geleden. Ik post het alsnog.
Dit is de lucht waar ik sinds de afgelopen drie weken onder leef. Het is mijn geboortelucht, ik kan er geen oordeel over vellen, het hoort bij waar ik vandaan kom.

'Buren willen geen voetballertjes meer' kopt het Nieuwsblad vandaag, niet mijn favoriete krant maar als sinds mijn geboorte die van mijn vader. Toen ik pas aankwam in België behandelden de journaals de sluiting van een volgens de omwonenden te luidruchtig kinderdagverblijf. Ik hoef niet uit te weiden hoe het er in ons thuisland aan toe gaat.

Maar het is niet de zon, niet het gebrek aan vedraagzaamheid (nu niet alleen meer tegenover immigranten maar ook tegen kinderen), het is irrationeler, het is een buikgevoel. Ik bezoek mijn geboorteland en keer terug naar mijn thuisland, waar ik ondanks de huidige persoonlijke en professionele omstandigheden hoor.

Een maand na datum en terug thuis heb ik er niets aan toe te voegen.

woensdag 20 juli 2011

de graat



Sira is helemaal in haar nopjes in Senou. Als vrijdagnamiddag de auto start om hen naar la grande famille te rijden, wil ze me amper nog een kus geven, bang dat ik haar weer uit de wagen zou nemen. Geen onbelangrijke drijfveer om naar het dorp te verlangen is de aanwezigheid van haar vader, waar ze dol op is. En dan is er die fantastische leefwereld waarin kinderen vrij rondlopen en de daarmee gepaarde gevaren trotseren wat vooral hun zelfstandigheid bevordert. Ik ben een tevreden moeder als ik ze daar zie.

Zaterdag moet er iets mis gelopen zijn. Sira at couscous met saus met vis en dat is altijd vis met nog veel erop en eraan. N'Yélé en Samba maken steevast ruzie om de kop. Een graat is in Sira's keelgat terechtgekomen en men is onmiddellijk met haar naar de Bozo gegaan. De Bozo wonen, zelfs in het centrum van de stad, in hutjes naast de rivier, de Bozo zijn de watermannen, de vissers, zij die alles weten over de mysterieën van het waterleven. Een graat-probleem? De Bozo pakken het aan. Wat ze in de beker met water fluisteren weet niemand en hoort ook niemand te weten, maar Sira heeft hem leeggedronken. Erna zou ze een zoet dutje gedaan hebben zonder enig spoor van graat in haar keel...

dinsdag 14 juni 2011

beetje goed nieuws want eigenlijk niets aan de hand

Ik heb steeds geïsoleerd geleefd in Bamako. Het internationale cliënteel zorgde ervoor dat de wereld bij me langs kwam, maar bedolven onder het werk en het lijden en vervolgens de nood aan rust en het me terugtrekken, zette ik amper een stap in de wereld, en al helemaal niet in die van de expatriés.

Het is niet helemaal mijn wereld, ik ben hier niet met de steun en zorgen van een bedrijf of beter nog een staat achter me, mijn huisvesting wordt niet voor me betaald en nog minder de schoolkosten van mijn kinderen. Sociale zekerheid en pensioen zijn begrippen die nog ergens een belletje doen rinkelen, maar niet meer het mijne. Voel hier de val der oordeel opdoemen, ik sta toch anders in Afrika dan zij, alsof er een ‘betere’ manier zou bestaan. Ja, die bestaat wellicht wel maar wie heeft ze in pacht?

Met enige terughoudendheid komt het er soms van, dat er een verjaardagsfeestje wordt georganiseerd en de kinderen uitgenodigd zijn en de ouders meevieren en ik ga. Ik slaagde er zondagmorgen in van de gezelligheid te genieten. Had aangename gesprekken en ook boeiende. Met een Nederlandse man die werkt voor de Europese Unie in het domein van veiligheid. Ik ging wat rechter op mijn stoel zitten. Wat is er nu aan de hand in het noorden? NIETS, HELEMAAL NIETS! Ik wist het al, het is een politiek spel, Mali wordt door Frankrijk onder druk gezet omdat het een document betreffende immigratie niet wil ondertekenen. Toerisme geboycot en tant pis voor iedereen die zijn brood verdient met een activiteit binnen het toerisme. Het is een verhaal dat niet onmiddellijk een wending zal nemen, misschien bij het wisselen van de macht maar wie zegt dat Sarkozy vertrekt in 2012?

Walgelijk en frustrerend. Ik had gehoopt eerst de scheidingsprocedure te kunnen afronden, maar het einde ervan is me zoek. De pijnlijke rust in de Tounga inbox kondigt een katastrofaal seizoen aan. Niet omdat het gevaarlijk is in Mali, dat is het niet, maar omdat Mali koppig is en Frankrijk crimineel. Geen sociale zekerheid, geen werkloosheids uitkering, geen kindergeld. Een Duitse klant raadde me aan om het reizen over een andere boeg te gooien. Hij zou Duitsers gedwongen laten overvliegen naar Mali. Torture Tours.

donderdag 2 juni 2011

dinsdag 17 mei 2011

Congo

Ik las net Congo van David Van Reybrouck en ben onder de indruk. Van zijn eruditie, van zijn schrijfstijl, zijn humor, zijn inzicht. Bij het lezen zag ik hem voor me in de universiteitsbibliotheek van Letteren en Wijsbegeerte in Leuven, zo’n 16 jaar geleden moet dat geweest zijn. Ik werkte aan mijn thesis kunstwetenschappen en hij aan die van hem voor archeologie, meen ik. We zijn van hetzelfde jaar. Hij kende Peter en zijn vrienden, drie jaar voordien afgestuurd aan dezelfde richting. Peter en ik hadden elkaar net gevonden, we moeten toen nog gedacht hebben dat het voor eeuwig zou zijn.

Waarom herinnert men zich sommige eenmalige gesprekken en andere niet? Het gesprek met David haal ik me zo voor de geest. Wat me trof was ten eerste zijn nieuwsgierigheid, niet op een oneerbiedige manier – en deze opmerking is een gevolg van mijn Afrikaanse jaren, nieuwsgierigheid is niet goed, een kind dat te veel vragen stelt is onbeleefd en kent geen respect – gewoon een geboeidheid en interesse. Vervolgens zijn meticuleuze aanpak bij het verzamelen en vooral bijhouden van informatie. Verschillende vooraf gemaakte fiches lagen voor hem waarop ongetwijfeld nauwkeurig zijn bevindingen terechtkwamen.
Zo moet hij ook voor Congo te werk zijn gegaan, dacht ik telkens. De weetgierigheid, de empathie, het willen begrijpen van een stukje continent dat ook het mijne is geworden of het dat ergens al lang was.

Nog iets wat ik me herinner van mijn opleiding in Leuven is dat bij het studeren van de cursussen geschiedenis – we hadden verplicht ook geschiedenis van de middeleeuwen, nieuwe en nieuwste tijd – het hoofdstuk dat me het meest boeide datgene was dat helemaal op het einde kwam en het dagelijkse leven behandelde. Een onderwerp dat rijkelijk aan bod komt in ‘Congo’. En wat hij schrijft over het dagelijkse leven in Congo geldt dikwijls ook voor het dagelijkse leven in mijn eigenste Mali. In beide landen gaat het uiteraard over armoede en wat dat met een mens doet, met zijn gedrag, zijn denken, zijn omgaan met de dagdagelijkse realiteit. Congo, met die bijzonder rijke bodem, kent een onwaarschijnlijke geschiedenis die uitmondt in de armoede van de Congolees. En in Mali? Mali moet één van de veiligste landen in Afrika zijn, niet? (Ik zou het graag bij Sarkozy persoonlijk gaan declameren.) Blijft over, een bijzonder arme ondergrond (en laat ons maar gewoon hopen dat ‘ze’ niet naar petroleum beginnen boren), een snuifje corruptie en een wolkje wanbeheer. Is het dan toch allemaal de fout van de Afrikanen zelf en daarvoor van de kolonisator en daarna van de internationale politiek en zakenlui?

Maar het is veel ingewikkelder dan dat, hé David. Kom ook eens in Mali een kijkje nemen, het is een boeiend land, echt waar!

vrijdag 25 maart 2011



Ook deze schurken zorgen bij momenten voor onrust en creëren onveiligheid in huis en omstreken!

zaterdag 12 maart 2011

ik en de Arabieren

Het is een zekerheid dat bij momenten in het leven bevestigd wordt dat er geen zekerheden zijn. Het is universeel geldend, maar een klein beetje meer hier. De doorsnee Afrikaan heeft geen andere keuze dan dit feit te aanvaarden en is genoodzaakt alleen vandaag te laten bestaan. Hij doet dat met verve. Ik observeer en leer.

Het zijn pittige tijden. Zowel op mondiaal als op persoonlijk vlak. Kijk wat er gebeurt in de Arabische wereld. Gaat Khadafi ooit de macht opgeven en wat zal er dan gebeuren, in Libië maar ook in Bamako, waarvan de skyline gevormd wordt door betonnen mastodonten (op zijn minst 3 enorme luxe-hotels en een immens administratief complex naast de Niger, Malibya genaamd) gefinancierd door zijne onschendbaarheid? Burgers strijden in Libië en elders in de Arabische wereld voor hun vrijheid, anderzijds slaan de vele Malinezen die er werkzaam waren op de vlucht. Malinese ondernemingen gaan failliet sinds de problemen in Ivoorkust. Over de catastrofale toestand van het toerisme heb ik het dan nog niet, met Aqmi in de zanderige voortuin van dit land.

Ook persoonlijk stapelen de obstakels zich op. Halverwege – zouden we daar al zitten? – de scheidingsprocedure blijkt mijn advocate een arrogant kreng te zijn. Dat kan, wanneer deze arrogantie gericht is naar de tegenpartij, mijn zaak ten goede komen maar wanneer ze in mijn richting uithaalt wordt het een bittere pil. Het maakt me cynisch, van een beschaafd snel afhandelen van een scheiding, omdat het geen zin heeft de wonde open en vochtig te houden, is geen sprake. Op de dag dat de beslissing moest vallen, werd het debat heropend; wanneer het heropende debat moest plaats vinden, besloot mijn advocate een reisje te ondernemen en werd de zaak uitgesteld; en na het kenbaar maken van mijn ongenoegen hieromtrent, werd ik uitgescholden en de telefoon dichtgegooid … en dat is nog maar een topje van de ijsberg der absurditeiten.

Ik zal er, hopelijk net zoals de Arabieren, vrijer uitkomen. Het is een bijzondere tijd en wie naar zekerheden streeft, doet zichzelf de das om.

maandag 21 februari 2011

le petit dogon préféré

Onlangs kreeg ik een mail van een dierbare vriendin waarin het onder andere ging over het doen van werk dat goed is voor de wereld. Doe werk dat goed is voor jezelf en de rest volgt. Ik ben tot de slotsom gekomen dat ik goed werk doe voor de wereld. En voor mezelf.
In een tijd waarin de drang heerst om onooglijke regionen als België nog maar eens te gaan opsplitsen, werk ik met volle overtuiging mee aan het omvormen van de wereld tot ons aller dorp. Wij brengen dorpsgenoten dichter bij elkaar en daar ben ik trots op.
Maar ik heb ergens ook een egootje zitten, dat blinkt wanneer het gestreeld wordt. Dat gebeurt wanneer tevreden klanten berichten als onderstaande zenden. Lassine komt ter sprake waarover ik hier 3 jaar geleden (28 januari 2008) schreef dat hij op weg was een grote ster te worden. En het is ook nog een mooie aanvulling op de vorige post.

Le petit DOGON nous attendait à l'aéroport avec sa pancarte
il était si heureux de nous accueillir qu'il a même bravé les interdits policiers et s'est avancé pour nous saluer avec son sourire rempli de gentillesse.
c'était une belle rencontre.
puis nous avons fait la connaissance de Ann qui veille avec beaucoup de grace et de sérénité sur TOUNGA. On sait qu'avec eux il ne peut rien nous arriver, pourtant c'est en passant outre les conseils de la quasi intégralité de nos familles et amis que nous avons quand même entrepris ce voyage au MALI que nous connaissons déjà.

c'est donc la route de DJENNE avec son incontournable passage du BAC
puis MOPTI et son port aussi crasseux qu'envoutant.
Le pays DOGON, où nous découvrons les villages du sud, beaucoup plus authentiques, moins "carte postale" et tout ceci bercé par les histoires et les légendes de LASSINE qu'il a appris de son grand père, les croyances sont encore intactes et on comprend bien qu'il n'est pas question d'avoir des explications cartésiennes face à cela...
on descend au pied des falaises, de village en marchés, il règne une grande sérénité et en même temps tout bouge.

nous sommes ravis de cette prise en charge personnalisée qui situe le voyage comme exceptionnel.
la 5e personne qui faisait partie du groupe avait fait de nombreuses fois le voyage au MALI, en voiture depuis la france
il avait un réel a priori contre les séjours "organisés" et a été tout aussi enchanté que nous.


En nog :
nous avons regagné dimanche le froid de l'europe avec beaucoup de tristesse d'avoir quitté ce merveilleux pays
nous remercions encore chaleureusement toute votre équipe pour votre gentillesse
je vous joins une photo que je trouve magnifique de notre petit DOGON préféré


dinsdag 18 januari 2011

vredevol Mali

Vandaag ontving ik een mail van klanten die komen in maart met de vraag wat ze moeten doen, nu de Franse ambassade in Bamako gebombardeerd was.
Ik blijf meestal rustig en beantwoord graag de meest uiteenlopende vragen die onze reizigers mij voorafgaand aan hun reis stellen, maar ik voel dat ik mijn geduld verlies. Daar kan die goede Amerikaan niets aan doen natuurlijk.

Er zijn feiten en er is politiek. De feiten zijn dat een vroeger lid van Aqmi (Al Qaida in de Magreb) een eenmansoperatie uitvoerde voor de ambassade van Frankrijk, hier vlakbij aan de overkant van de rivier. Hij gooide een Molotoff-coctail op het troitoir voor de ambassade waardoor twee voorbijgangers licht gewond werden. Ik wist helemaal niet dat er iets gebeurd was, tot ik er de dag nadien voorbij reed, achteraan op de motor bij monsieur Camara, mijn steun en toeverlaat in de Malinese administratie, en hij het me vertelde. Op de plaats zelf was er helemaal niets meer van te merken.

Erger is het feit dat er twee jonge Fransen gekidnapt zijn in Niamey, de hoofdstad van Niger, en luttele uren later vermoord, een daad die werd opgeeïst door diezelfde Aqmi. Ik ben te grote leek om er veel zinnigs over te zeggen. Maar ik hoor wel eens op de radio (rfi bevoorbeeld) dat het heel onduidelijk is in welke omstandigheden ze om het leven zijn gekomen of beter om welke redenen juist. De Fransen beweren dat ze actie ondernamen om hen te bevrijden. Waren ze voordien al dood of was het een vergeldings-daad? Wat is juist de verantwoordelijkheid van de Fransen?

Terroristen zijn terroristen en ik wring me hier niet in bochten om iets aanvaardbaar te maken wat het helemaal niet is. Maar wat wel is, is dat, als ik afga op de boodschappen die mij ter ore komen uit het westen, een complete psychose is ontstaan en Mali als een land in oorlog wordt afgeschilderd. Ik begrijp de reizigers, ik zou ook twee keer nadenken.

Wat ik antwoord is dat Tounga Tours op het festival au désert bij Timboektoe 33 toeristen herbergde, 8 chauffeurs en 4 gidsen en dat is behoorlijk wat, naast natuurlijk alle andere bezoekers die er aanwezig waren. Dat ik van iedereen de vraag krijg voor hun aankomst in Mali en dat ik dan op het einde van de reis graag de vraag terug stel en werkelijk voor de volle 100% het antwoord krijg dat men zich op geen enkel moment onveilig voelde. Een van de deelnemers stelde zelf voor haar telefoonnummer achter te laten om toekomstige klanten uitleg te verschaffen. Ik check natuurlijk ook voortdurend bij onze plaatselijke contacten en we bieden graag avontuur aan, maar van een ander soort dan, dus bij de geringste twijfel wordt het programma aangepast. De gidsen zeggen zelf dat mocht het echt gevaarlijk zijn, zij, die hun land goed kennen, in de eerste plaats niet zouden vertrekken. Wat ik van hen allen steevast als antwoord krijg is 'Ann! Il n'y a rien!'.

Terroristen kondigen zich niet aan, dat is waar. Dus nee, wij kunnen geen garanties bieden, maar waar kan je dat wel? Ik twijfel ook wel eens, doen we hier nu wel goed aan om deze reizen te laten doorgaan? Ik blijf vooralsnog reizen in Mali mogelijk achten. Dus ik voel ongeduld en woede in me opkomen. De politiek wint en toeristen blijven weg uit Mali. En wie lijdt daar onder? In een land zonder reserves en met een groeiende toeristische sektor, is dat weerom de lokale bevolking.



Het is een foto die weinig vertelt over het land zelf maar toch wil ik hem gebruiken om te illustreren hoe aangenaam het er hier aan toe gaat. In Mali, in Bamako, bij Tounga. Karen en Aurélie, twee harpisten, logeerden hier en trokken verder naar het festival. Het was Karen die me deze foto zond. Een dagdagelijks beeld van een rustig terras in een vredevolle hoofdstad. Rechts Aurélie aan het ontbijt. In het midden Abou, onze dierbare contactpersoon in Timboektoe, die de 33 klanten verzorgde tijdens het festival waarvan me er lieten weten bij terugkeer dat ze nergens in Mali beter gegeten hadden dan in het Tounga kamp aldaar. Helemaal links Tina een muzikante uit Slovenië die voor de tweede keer met vriendinnen een paar weken hier logeert en percussie-curssusen volgt. Ontmoetingen die de professionele sfeer overstijgen, die deugd doen aan mij, aan hen en aan Mali. Blijven komen hoor!

dinsdag 11 januari 2011

7



Ja, en toen werd N’Yélé er 7. En kwamen enkele nichtjes en neefjes vieren en ook de buurkinderen. Dit was de beginfase. Want erna kwamen er nog kinderen en nog kinderen en …
Aoua had heerlijke rijst klaargemaakt en het wordt tijd dat ik het aan mezelf toegeef, zo eten mijn kinderen nog steeds het best: samen rond de pot en met de handen.
Sinds de verhuis komt Mady koken op zijn Europees en het werkt niet helemaal, in de zin dat de kinderen ’s avonds toch dikwijls om rijst vragen terwijl ik na 5 jaar die rijstschotels zo helemaal had gezien. Ik begrijp nu weer dat de gulden middenweg de interessantste zal zijn. Weldra eten we halftijds op de grond rijst met saus en halftijds aan tafel met mes en vork patatjes. Het blijft natuurlijk, zelfs nu ik alleen met hen ben, een gemengd gezin en een voortdurend afwegen van hoe we beide culturen in mekaar kunnen laten vloeien.

Ik voel me nog steeds ‘ergens’ thuis in deze Afrikaanse wereld, maar absoluut in de hoedanigheid van Europese vrouw. Daar waar deze twee mekaar overlappen voel ik me zo in mijn nopjes. Het is één van de redenen waarom ik blijf.