woensdag 26 november 2008

'Wat cultuur bevordert, bestrijdt oorlog.'

Het is een uitspraak van Aminata Traoré, voormalig minister van Cultuur en beroemd Malinees intellectueel. Ja, die zijn er ook, in een land voor zo'n 70% bevolkt door analfabeten durf ik dat wel eens vergeten. Nog maar weer een voorbeeld van hoe extreem verschillen hier in Afrika zijn: arm en rijk, alfabeet en analfabeet...

Maar het ging over oorlog. Ik vermeld het altijd bijzonder graag in mijn mails naar klanten die vragen naar de veiligheid in Mali. Ik ben er zeker van dat Bamako véél veiliger is dan pakweg Brussel, Amsterdam, Parijs... En dat geldt voor Mali in het algemeen. Ik heb me hier nog nooit onveilig of bedreigd gevoeld en heb me wel al in enige uithoeken van het land bevonden. Van reizigers die terugkeren krijg ik steeds dezelfde reactie.
Er is een uitzondering die deze regel moet bevestigen en dat is de streek rond Kidal in het noord-oosten van het land (zo'n 1539 km van Bamako). Het is het gebied van de Toerag rebellen, waar het sinds de vredesakkoorden van eind jaren '90 wel behoorlijk rustig is.

Oorlog, geweld, vluchtelingen... Het is een beeld van Afrika dat te veel in de media wordt getoond. Waarom kennen we dit niet in Mali, een land waar meer dan 20 etnische groepen samenleven? Vraag het aan de Malinezen en hun antwoord is steevast: dankzij de 'cousinage'. Het is een lange traditie die erop neer komt dat iedereen de neef of nicht is van iedereen, en die mogen mekaar uitlachen en beledigen maar geen kwaad doen. Het is gebaseerd op verschillende groepen met dezelfde familienaam: je hebt bv de Traoré's en Dembélé's aan de éné kant en de Diarra's en Koné's aan de andere, of de Sissoko's en Doumbia's en hiertegenover de Coulibaly's en Dabo's. Volgens de traditie van de 'cousinage' zijn de Traoré's neven van de Diarra's. Wanneer een Traoré een Diarra tegenkomt mag die hem uitmaken voor boneneter (=windenlater), zeggen dat die niet deugt, een Diarra zal diezelfde antwoorden terugspelen naar de Traoré.
En het is werkelijk onvoorstelbaar hoe dit werkt: kom je in een bank en er zit een Diarra achter het loket, dan vraagt die de naam van zijn voor hem wildvreemde cliënt en is deze Traoré dan wordt hij of zij gelijk de huid volgescholden. Waarop de cliënt dan gretig met een lach repliceert. Ik ben getrouwd met een Traoré dus een Koné zal me er steevast op wijzen dat ik de verkeerde keuze gemaakt heb.

Wat is nu zo fantastisch aan dit hele systeem. Na enkele seconden heb je met elke vreemde die je tegenkomt een enorm gemoedelijke, zelfs familiale sfeer. Terwijl eender welke serieuze activiteit wordt afgehandeld, het gaat steeds gepaard met en grap en een grol. En dit in alle lagen, van de armste boer op het platteland tot bij de president en zijn entourage.

Wat het lachen bevordert, bestrijdt oorlog.

zaterdag 8 november 2008

het seizoen is begonnen

Gidsen die de dag zelf afbellen, voor een reis van 3 weken die diezelfde avond moet aanvatten. Gidsen die onderweg zijn en panikeren omdat er een foutje gemaakt is in de berekening en ze vrezen zonder geld te komen zitten. Auto's die voorzien zijn voor een reis en het dan uiteindelijk toch niet blijken te doen. Chauffeurs die ruim een half uur te laat verschijnen op een afspraak om mensen naar de luchthaven te brengen (te laat op de luchthaven aankomen maakt mensen heel zenuwachtig).
Ik heb mijn portie spanning deze week gehad, dit alles overgoten met een sausje vermoeidheid en het resultaat: een zeer lichtontvlambare partner/moeder/werkgever.
Maar ook reizigers die enthousiast terugkeren naar Bamako na een rondreis door Mali: onder de indruk van het land en tevreden over onze diensten.