dinsdag 23 december 2008

safety problems

Ik zei toch net (zie stukje van 29/11) dat Mali zo kalm en veilig is? Dat is het nog steeds alleen wil niet iedereen dat geloven. Kijk er elke site op na van Ministeries van Buitenlandse Zaken in de westerse wereld en je leest gegarandeerd dat wordt afgeraden naar het noorden van Mali te reizen: de grens met Algerije en Niger, de streek rond Kidal - waar ik het voordien ook al over had - maar ook Timboektoe en omgeving.
Ik ben nog altijd zelf niet in Timboektoe geweest (één van de volgende bestemmingen op het programma), maar me dunkt dat het één van de kalmste steden op deze wereldbol moet zijn.
Wat is nu het gevolg van die conservatieve gouvernementele sites? We krijgen berichten binnen van mensen die twijfelen over de veiligheid tijdens hun rondreis door Mali. Er was laatst het Zweedse reisbureau waar we mee samenwerken: Timboektoe stond op het programma en werd afgeraden. Na vele telefoons en mails uiteindelijk toch overhaald en we hebben twee groepen voor hen georganiseerd die heelhuids uit Timboektoe zijn teruggekeerd.
Ik check ook regelmatig bij Westerlingen die ik ken die er wonen en die vallen steeds uit de lucht: hier is niets aan de hand, alles kalm en vredig.

Binnenkort is er het populaire festival in Essakane, bij Timboektoe. Le festival au Désert. We hadden in totaal zo'n 36 klanten die er aanwezig zouden zijn, jedoch. Enkele dagen geleden annuleerde een groep van 16 mensen, Engelse diplomaten die in Nigeria wonen en niet mogen reizen zonder één of andere officiële permissie. Die hebben ze niet gekregen voor Essakane.
En dan is er die Amerikaan die meegaat met één van onze groepen, die vraagt om een noodplan klaar te hebben mocht de groep beslissen niet naar Essakane te willen reizen.

In Londen zijn bommen ontploft. Ben benieuwd welk reisadvies toen verscheen op de officiële sites.

dinsdag 16 december 2008

nostalgie

Zoals steeds, alleen heb ik het gevoel dat het elk jaar toeneemt, ben ik getroffen door de eindejaars-nostalgie.
Gaat het echt om eindejaar? Kerst? Nee, volgens mij mis ik de winter.
Heerlijk buiten die vrieskou aan je tenen en dan thuis komen en bij de verwarming of open haard een warme lekkernij drinken.
Heerlijk die donkere hemel, de hele dag geen zon en knus ingeduffeld voor TV een goede film kijken.

Ik heb samen met N'Yélé en Samba knipperlichtjes gekocht in de supermarkt en ze in de hibiscusstruik naast het terras gehangen.
De nachten worden frisser in december en ik trek 's avonds wel eens een fleece aan.
Zo héél soms heb ik het gevoel dat de feestdagen naderen.

woensdag 26 november 2008

'Wat cultuur bevordert, bestrijdt oorlog.'

Het is een uitspraak van Aminata Traoré, voormalig minister van Cultuur en beroemd Malinees intellectueel. Ja, die zijn er ook, in een land voor zo'n 70% bevolkt door analfabeten durf ik dat wel eens vergeten. Nog maar weer een voorbeeld van hoe extreem verschillen hier in Afrika zijn: arm en rijk, alfabeet en analfabeet...

Maar het ging over oorlog. Ik vermeld het altijd bijzonder graag in mijn mails naar klanten die vragen naar de veiligheid in Mali. Ik ben er zeker van dat Bamako véél veiliger is dan pakweg Brussel, Amsterdam, Parijs... En dat geldt voor Mali in het algemeen. Ik heb me hier nog nooit onveilig of bedreigd gevoeld en heb me wel al in enige uithoeken van het land bevonden. Van reizigers die terugkeren krijg ik steeds dezelfde reactie.
Er is een uitzondering die deze regel moet bevestigen en dat is de streek rond Kidal in het noord-oosten van het land (zo'n 1539 km van Bamako). Het is het gebied van de Toerag rebellen, waar het sinds de vredesakkoorden van eind jaren '90 wel behoorlijk rustig is.

Oorlog, geweld, vluchtelingen... Het is een beeld van Afrika dat te veel in de media wordt getoond. Waarom kennen we dit niet in Mali, een land waar meer dan 20 etnische groepen samenleven? Vraag het aan de Malinezen en hun antwoord is steevast: dankzij de 'cousinage'. Het is een lange traditie die erop neer komt dat iedereen de neef of nicht is van iedereen, en die mogen mekaar uitlachen en beledigen maar geen kwaad doen. Het is gebaseerd op verschillende groepen met dezelfde familienaam: je hebt bv de Traoré's en Dembélé's aan de éné kant en de Diarra's en Koné's aan de andere, of de Sissoko's en Doumbia's en hiertegenover de Coulibaly's en Dabo's. Volgens de traditie van de 'cousinage' zijn de Traoré's neven van de Diarra's. Wanneer een Traoré een Diarra tegenkomt mag die hem uitmaken voor boneneter (=windenlater), zeggen dat die niet deugt, een Diarra zal diezelfde antwoorden terugspelen naar de Traoré.
En het is werkelijk onvoorstelbaar hoe dit werkt: kom je in een bank en er zit een Diarra achter het loket, dan vraagt die de naam van zijn voor hem wildvreemde cliënt en is deze Traoré dan wordt hij of zij gelijk de huid volgescholden. Waarop de cliënt dan gretig met een lach repliceert. Ik ben getrouwd met een Traoré dus een Koné zal me er steevast op wijzen dat ik de verkeerde keuze gemaakt heb.

Wat is nu zo fantastisch aan dit hele systeem. Na enkele seconden heb je met elke vreemde die je tegenkomt een enorm gemoedelijke, zelfs familiale sfeer. Terwijl eender welke serieuze activiteit wordt afgehandeld, het gaat steeds gepaard met en grap en een grol. En dit in alle lagen, van de armste boer op het platteland tot bij de president en zijn entourage.

Wat het lachen bevordert, bestrijdt oorlog.

zaterdag 8 november 2008

het seizoen is begonnen

Gidsen die de dag zelf afbellen, voor een reis van 3 weken die diezelfde avond moet aanvatten. Gidsen die onderweg zijn en panikeren omdat er een foutje gemaakt is in de berekening en ze vrezen zonder geld te komen zitten. Auto's die voorzien zijn voor een reis en het dan uiteindelijk toch niet blijken te doen. Chauffeurs die ruim een half uur te laat verschijnen op een afspraak om mensen naar de luchthaven te brengen (te laat op de luchthaven aankomen maakt mensen heel zenuwachtig).
Ik heb mijn portie spanning deze week gehad, dit alles overgoten met een sausje vermoeidheid en het resultaat: een zeer lichtontvlambare partner/moeder/werkgever.
Maar ook reizigers die enthousiast terugkeren naar Bamako na een rondreis door Mali: onder de indruk van het land en tevreden over onze diensten.

dinsdag 21 oktober 2008

Hombori

Zoals ik al zei was uitstel geen afstel en zijn we net een weekje door Mali getrokken. Niet dat ik eraan twijfelde, maar weer helemaal overtuigd van wat dit fascinerende land te bieden heeft.
We dachten eerst met openbaar vervoer te gaan. Maar er was een gunstiger samenloop der omstandigheden. We hadden twee jaar geleden een raley wagen (Budapest - Bamako) op de kop getikt en eindelijk is die bijna ingeklaard. Met de voorlopige papieren kunnen we wel in Mali rondreizen dus de ideale gelegenheid om hem uit te proberen.
We vertrokken met 5: ik, N'yélé, Samba, dit jaar was Adama onze gids en Sibiri de chauffeur.

Op de foto Adama en wij bij de heilige poort van Timboektoe die zich in Hombori bevindt.

Het is een fantastisch goed regenseizoen geweest dit jaar dus overal was er behoorlijk wat water. Veel drinkwater voor de dieren en veel gras. Ik heb de koeien hier in Mali nog nooit zo dik gezien. In de brousse ver in het noorden bij Hombori, tegen de woestijn, is dat drinkwater ook voor de mensen. Het blijft altijd verbazend de nomanden daar te zien leven zoals ze dat 2000 of 3000 of 4000 jaar geleden ook deden. Drinken uit de waterplassen, leven in en naast de strooien hutten die gemakkelijk af te breken en op te zetten zijn (Peul), en de even praktische lederen tenten (Toeareg), en de niet aflatende wind. Het leven op zijn hardst. Maar zet zo'n Toeareg een week in Bamako en die rent terug naar zijn dieren en kampement in het noorden. Ze leven zo ver van wat wij beschaving noemen; toen we er rondreden in de brousse renden verschillende mensen verschrikt weg toen ze onze auto zagen voorbij rijden... Fascinerend. Je hebt er ook in elk dorp wekelijks de beestenmarken, maar een Peul of Toeareg verkoopt zelden zijn vee. Alsof ze hun kind zouden verkopen, zo maken de koeien (zeboes om correct te zijn) deel uit van de familie.

Eén van de attracties (hoor mijn reisbureau jargon!) bij Hombori, dat trouwens als dorp ook bijzonder boeiend is, is 'La Main de Fatima'. Een rotsformatie waar tijdens het hoogseizoen veel bergbeklimmers naartoe komen. Wij zijn er langs het laagste punt over gewandeld.


Het zicht vanop het laagste punt:


Heerlijk om te bewegen, in Afrika rond te rijden. Net voor het grote seizoen begint en we weer aan huis gekluisterd zijn.

maandag 29 september 2008

honger stillen

Ik las net weer een interessant boek. 'Sahara, stad en savanne. Een reis door Mali en Niger.' van Jan Kees van de Werk. Poëtische beschrijvingen over het alledaagse leven, die voor mij heel herkenbaar zijn en direct en boeiend geschreven. Een andere rode draad door het boek is ontwikkelingssamenwerking. De schrijver maakte een reis door Mali en Niger en bezocht op verschillende plaatsen zowel in de steden als 'en brousse' kantoren van het SNV, het Nederlandse ontwikkelinsapparaat.
Tot mijn grote vreugde - hmm, beter frustratie - kwam hij op het einde van zijn boek tot hetzelfde besluit als ik, na enkele jaren in Mali. De gewone Malinese burger voelt weinig tot niets van de 'goede daden' van de grote organisaties met ronkende, fonkelende namen: UNICEF, USAID, SNV, BTC (Belgische Technische Coöperatie)... Blitse terreinwagens én salarissen voor de medewerkers, maar daarbuiten? Wat ik al een tijdje meen en waarneem en wat dus (tot mijn vreugde) bevestigd werd door Jan Kees van de Werk is wat echt werkt de kleinschalige projecten zijn, van mens tot mens. Groepen vrienden, kennissen, gelijkgestemden die in Europa een organisatie opzetten, zelf inzamelen en organiseren en zelf ook ter plaatse komen bijstaan. Een intense band groeit tussen bevoorbeeld een gemeente in Europa en een project in een Malinese gemeente. Projecten die dikwijls jaren lopen en werken...

Ik ben de eerste om toe te geven dat ELKE Westerling die zich in Afrika (of enig welk behoevend land) vestigt een soort Jezus-drang heeft. De vraag is dan niet zelden of het oprecht gaat over goede daden of eerder de verheerlijking ervan door derden, niet in de laatste plaats de burgers van diezelfde behoevende landen. Het is een vraag die bijna dagelijks door mijn hoofd spookt: wat kan ik / wat kunnen wij hier nog doen? Maar zoals ik dikwijls antwoord aan reizgers die hier passeren: je doet zoveel door te komen. Je geeft de chauffeur en de gids werk; de hotels ook maar ook hier zijn de betere hotels zelden in handen van Malinezen. Toch komt er geld binnen op deze manier. Toerisme wordt in Mali stilaan één van de topinkomsten.

De honger die de blanke man denkt te stillen in Afrika is niet zelden die van hemzelf naar erkenning en bejubeling.

woensdag 24 september 2008

geen afstel

Ik had hier niet moeten zitten en dit nu niet moeten schrijven. Ik had op terugweg moeten zijn van onze reis naar Hombori, helaas...
Sinds jaren ben ik niet zo verkouden geweest. Een hardnekking virus dat door ons huis raast en ver daarbuiten: ik geveld, enkele dagen later ook N'Yélé, dan Sitan, en Mohammed...
We hebben momenteel één slaper en voor de eerste keer in de Tounga-geschiedenis heb ik moeten zeggen dat het onmogelijk was 's morgens ontbijt aan te bieden. Twee maal. Gelukkig is het de meest sympathieke jonge man.
En gelukkig zijn we zelfstandigen en stellen we ons reisje gewoon enkele weken uit, tot na de ramadan en bij volle genezing.

dinsdag 9 september 2008

doorgaan!



Goed nieuws! De tropische bloemen (zie boven) die door Mohammed een kopje kleiner gemaakt waren (zie 18 juli) zijn weer volledig hersteld en tonen ons bij valavond wanneer alle kleuren een warme, intense gloed krijgen hun prachtigste rood.

Verder is het kleine seizoen nu afgerond. Nog een enkele slaper die eens passeert, nog een enkele reis die georganiseerd wordt. De stress komt nu van de computer. Aanvragen vallen ons aan als nooit te voren en een probleem dringt zich op: afslaan of uitbreiden. Het kantoor uitbreiden... Ik krijg er het koud zweet van. Deze mega controle-freak moet haar werk uit handen geven en vertrouwen! Ik kan het meer dan gebruiken, maar hoe pak ik het aan? Hoe vertrouw ik erop? Ik heb van Tounga Tours nog niet alles geleerd wat er uit te halen valt. Dus we blijven doorgaan.

dinsdag 26 augustus 2008

la grande cour



Ik heb het zo zijdelings al wel over de cour gehad, de basis van het Afrikaanse familieleven. Hier wonen de mater en pater familias met hun kinderen. Bij de oudere kinderen loop het als volgt: de zonen blijven met hun vrouw(en) en kroost bij de ouders wonen, de dochters trekken in bij hun echtgenoot en krijgen er een hele cour bij.

Wij hebben ook zo'n cour. De twee mama's van Van leven nog en wonen er samen met zijn twee oudere broers en familie. Wij hebben er ook een jaar gewoond maar langer dan dat was voor deze Westerse echtgenote geen optie. Eigenlijk voor Van ook niet echt. (Na een jaar zitten en zwanger zijn en bevallen (van N'Yélé) had ik er bijzonder veel nood aan iets te DOEN.) Ik heb het wel zeer getroffen met mijn schoonfamilie. (Je hoort hier soms andere verhalen.) Ik ben altijd open naar hen geweest, zij naar mij. Wat ik mee deed, was/is ok, wat niet even goed.

De cour bevindt zich in Bamako-Senou, een buitenwijk zo'n 15 km hier vandaan. Het is niet de mooiste kant van Afrika. Van overal in het land hebben Malinezen zich hier gevestigd, goedkoper dan in het centrum van de hoofdstad. Vele huizen nog in leem, geen ronde hutten met strooien daken zoals in Darani (zie vorig stukje), maar rechthoekige gebouwen met twee of meer kamers en een golfplaten dak. Door de meer bemiddelden zijn de buiten- en binnenmuren bezet met cement wat dan weer veel beter beschermt tegen het regenseizoen. Er is (nog) geen electriciteit, noch leidingwater. Wel hebben vele cours hun eigen put binnen de afsluiting. Er wordt gekookt in een pot op drie grote stenen waaronder hout brandt. Toilet en douche zijn een afgeschermde ruimte met een betonnen plaat op de grond waarin een gat en waaronder een put met veel bewegend ongedierte. Het blijft één van mijn Afrikaanse zaligheden: met een emmer en bakje me wassen onder een open hemel. Ik bedenk al een tijdje manieren hoe hier op onze stadscour een openlucht-douche te creëren.

Maar waar ik het eigenlijk echt wou over hebben zijn onze Afrikaanse kinderen. De laatste maanden gaat geen weekend voorbij of N'yélé en Samba verblijven twee nachten bij hun grootmoeders. Ze zijn er dol op en ik ben een bijzonder gelukkige moeder dat mijn kinderen dit ervaren. Het is er een kinderparadijs: amper auto's en kinderen die samenkomen om te spelen, te dansen, te koken, de straat op te rennen en dan weer bij de buren binnen. Wat een vrijheid en wat een samenzijn! Voor mij één van de topschoonheden van Afrika: een kind is hier kind van iedereen. Niet omdat ik vind dat ik tekort schiet, maar het klopt gewoon dat de gemeenschap ook zijn rol speelt en iedereen zijn stukje wijsheid en opvoeding meegeeft aan hen. Ik prijs me echt gelukkig dat de kinderen deze fase van hun leven hier meemaken.

(op de achtergrond het huis van de mama's)

donderdag 14 augustus 2008

Darani


Ok, dan zullen we het ook gelijk over Mohammed hebben. Hij, Sitan en Djinè zijn de vaste personeelsleden hier in huis.

Mohammed steelt ieders hart. Bijzonder hartelijk en zorgzaam en de kinderen zullen het geweten hebben. Mohammed is Samba's moeder en vader tegelijk. 's Nachts als Samba wakker wordt is dat slechts om twee dingen: of water en dan slaapt hij onmiddellijk verder, of Mohammed en dan moet ik hem naar buiten brengen zodat hij verder kan slapen naast Mohammed onder diens muggennet. Wanneer hij ontroostbaar is, is er maar één oplossing 'waar is Mohammed?'.

Mohammed wordt ook 'Darani' genoemd, naar zijn dorp een 60-tal kilometers buiten Bamako. Heb ik bezocht want is ook het geboortedorp van Van's moeder en Mohammed is een zoon van haar broer. Lemen ronde hutten met een strooien dak, een leven zoals het duizend jaar geleden ook geleefd werd alleen reed er toen niet één keer per dag het groene busje voorbij. De Sotrama is dat, het publiek transport in en rond Bamako. En dat was ook wat Mohammed deed voor hij bij ons begon, leerjongen op de Sotrama. Als analfabeet was hij naar de grote stad gekomen om enig loon te vergaren. Wat me trouwens altijd weer doet glimlachen is dat Samba steevast met een pak boeken naar Mohammed trekt die hij hem moet voorlezen. En de manier waarop dat dan gebeurt is prachtig.

'Mais retournons à nos moutons...' Mohammed was in Bamako, wij hadden een 'guardien' nodig en Mohammed werd onze waker en manusje van alles. Hij verzorgt de tuin (maar ook Djinè heeft hierin zijn aandeel), houdt de koer proper en gaat veel te veel snoepjes halen met Samba en N'yélé bij het dichtsbijzijnde kraampje.

vrijdag 25 juli 2008

Sitan



Ik had al eerder het plan opgevat om beetje bij beetje onze Tounga-familie voor te stellen. Met Djinè hebben jullie al kennisgemaakt (zie 5 augustus 2007). Vandaag is het de beurt aan Sitan, die momenteel de laatste dagen van haar vrijgezellenleven beleeft. Donderdag trouwt ze, vooreerst voor de moskee, later nog wel een keertje in het gemeentehuis. Bij het huwelijk in de moskee hoeven de huwelijkspartners niet aanwezig te zijn, dat kan zo geklaard worden. Dus de huwelijksceremonie zal donderdag in haar stad, Sikasso, uitgevoerd worden terwijl zij hier in Bamako op haar kamer zal zitten. Dat is gebruikelijk. Ze kent de jongen gelukkig wel, het is één van de weinige niet gearrangeerde huwelijken uit mijn nabije omgeving.

Sitan verzorgt het ontbijt voor de klanten, kookt 's middags rijst met saus en onderhoudt de keuken en de leefruimte met het terras waar ontbeten wordt. Sitan heeft hier een nieuwe wereld ontdekt, die zij gulzig opslorpt en waar ze ook open voor is. Ze heeft niet alleen hier die andere cultuur leren kennen, ze is deze lente ook met mij en de kinderen mee naar België geweest. Als een soort van stage: om een idee te krijgen uit welk soort wereld onze klanten vandaan komen en aan welke standaarden en normen deze klanten gewoon zijn.
Heeft het gewerkt? Ik weet het niet.
Ik ben alleszins (weer) enorm geconfronteerd geweest met het cultuurverschil. Als 'wij' (ja, en wie bedoel ik daarmee dan eigenlijk?) trekken naar nieuwe oorden praten we er voordien wééééken over, wanneer we er zijn verbazen we ons over alles en nog wat en willen alles leren kennen en begrijpen en stellen honderden (soms misplaatste) vragen en hebben dan nog maanden erna om die belvenissen te verteren met wie dan ook maar ons pad kruist.
Ik was er al wat bang van geweest. Ik had ook aan Sitan gevraagd voor ons vertrek om met me te praten, te vragen, of het liefst van al haar verbazing of zelfs schok te uiten bij toestanden die haar bizar zouden overkomen.
Moeilijk. Mogelijk zei ik al dat reizen zoals Westerlingen dat kennen - andere regionen ontdekken, nieuwe ervaringen opdoen - als dusdanig niet bestaat in Afrika. Reizen worden gemaakt uit noodzaak, vooral om één of ander ver familielid te gaan bezoeken of om elders geld te gaan verdienen. Dat zijn de enige twee redenen. Het praten, analyseren, proberen te begrijpen van het andere hoort hier niet bij. Ik had het kunnen weten en toch was ik er enigzins in ontgoocheld. Mijn fout. Er is niemand iets kwalijk te nemen.

Het heeft er wel voorgezorgd dat ik dus weer eens met mijn neus op het cultuurverschil werd gedrukt. Voor onze reis verkondigde ik dat de Afrikaanse vrouw in mijn entourage die het dichtst het begrip 'vriendin' benaderde, Sitan was. Nu is er meer afstand. En het is een goede zaak en een grote les in omgaan met personeel want het maakt ons samenwerken een pak gemakkelijker.

vrijdag 18 juli 2008

Just another day...

Het begon 's morgens al met Mohammed. Die had alle prachtige rode bloemen die in de tuin groeien afgesneden. Ik ken hun naam niet, het zijn van die mooie intens rode tropische bloemen die volgens mij in extremis wel 2 meter kunnen halen. Toen ik hem eerder geïrriteerd vroeg 'waarom?' legde hij uit dat wanneer ze uitgebloeid zijn ze uitdrogen, om dat te vermijden snoei je ze beter al voor ze bloeien. Dus alle stengels ook waar knoppen op stonden die nog niet aan het bloeien waren, werden met de grond gelijk gemaakt! Een klant kwam op het goede idee dat ik ze nog in een vaas kon zetten, dat verzachtte de pijn.

En dan was er dat Algerijns koppel dat hier al enkele nachten verblijft. Ze kwamen naar Mali om te trouwen, gevolgd door een lang verhaal gekruid met papieren, visa, Frankrijk , Algerije... Het enige land waar ze konden trouwen was Mali. Plots komt de vrouw met onweer over haar gezicht zeggen dat ze me wil praten: portefeuille weg met 800 euro en kredietkaart en wat nog. Shock! Een megawoede-uitbarsting naar iedereen die hier rondliep (in Afrika geleerd!). Terug op adem gekomen. Al het aanwezige personeel naar de politie en terug en tot de constatatie gekomen dat het hier niet kan gebeurd zijn. Ze hadden nog gewandeld, wat gekocht onderweg en pas in het gemeentehuis ontdekt dat de portefeuille weg was. (Trouwens achteraf kwamen ze me nog zeggen dat ze liever gehad hadden dat we de politie er niet bij hadden gehaald. Een geurtje?) De 7 mensen die meemoesten naar het politiebureau behoren allemaal tot mijn Malinese Tounga-familie. Mijn hart huilde.

En waar was Van tijdens dit hele verhaal? Wel die zat ook bij de politie: die reed 's avonds met zijn nonkel naar huis, paseerde een eenrichtingsstraat waar je alleen in mag en waar een politieman op motor uitreed. De politie reed in de verkeerde richting maar Van reed tegen de motor en dat doe je niet, zeker niet bij een agent. Dan moet je mee naar het politiekantoor en breng je daar met je nonkel de nacht door. En dan denk je de volgende dag, nu mag ik naar huis maar dan moet je wachten op de commandant die net met de president op stap is. Dan komt de commandant terug na kantooruren, iedereen al weg dus niets meer te regelen, dus nog maar een nachtje op het politiebureau. De twee dag, de dag na het hele diefstal-perikel, zijn ze in de loop van de namiddag 'vrijgelaten', na nog een veel te hoge som betaald te hebben trouwens. Uitgehongerd want de dag voordien hadden ze alleen een bord bonen gegeten en de twee dag nog niets.
Hun reactie: c'est l'Afrique. En het leven gaat weer door.

dinsdag 8 juli 2008

black is dangerous

We hebben gelachen deze morgen. Bala, de oudste broer van Van en chauffeur van onze 4x4 vertrok met gids en 6 reizigers op een tocht van drie weken door Mali. Ik had de nacht voordien amper geslapen: bij aankomst stelden de drie echtparen het wel maar geen enkele rugzak had Bamako gehaald. Dus de volgende nacht (aankomst 2u30) ging Van weer naar de luchthaven: als hun rugzakken met de volgende vlucht meewaren zouden ze de volgende morgen op rondreis vertrekken. Die zelfde nacht tijdens het wakker liggen, bedacht ik ook plots dat het regenseizoen nog de aanschaf van een heel groot plastieken zeil vereiste om de bagage mee te bedekken die boven op het dak wordt meegevoerd. Mohammed is hier 's morgens vroeg nog om gereden.

En hoe verliep het verder: de rugzakken waren er (behalve die van één vrouw wat bijzonder jammer voor haar is), een uur later dan vooropgesteld zijn ze vertrokken en het plastieken zeil ligt bij ons in de garage. Bala was woedend geweest: Mohammed had een zwart zeil gekocht, waar ze volgens Bala kadavers in wikkelen, geen goed teken om daarmee op reis te vertrekken. Ze zijn vertrokken en hebben onderweg nog snel een blauw zeil gevonden. Gelukkig want het heeft tijdens hun eerste rit bijna de hele dag geregend.

donderdag 3 juli 2008

de weg naar romantiek loopt niet door Afrika

Voorlopig nog even zonder foto's. De batterij-oplader van mijn fototoestel is gelukkig in België gedetecteerd en komt volgende week aan met de eerstvolgende klanten.

Dus kan ik wel over Teresa vertellen, maar zonder beeld.
Teresa is de vrouw van Abdulaye. Abdulaye is ook gids en Teresa is ook blank. Een gemengd koppel: vrouw hebben en houwen achtergelaten in Spanje en romantiek en avontuur gevolgd naar Afrika.
Gelukkig aan avontuur hier geen gebrek. Het is de romantiek die niet altijd mee wil. Een altijd wederkerend probleem en mega-cultuurverschil. Ik heb het mogelijk al gezegd in vorige blog-stukjes - omdat we er zo door geobsedeerd raken - maar volgens mij is de scheiding tussen man en vrouw nergens zo groot als hier in authentiek zwart Afrika. En ik lieg, ik ben nog nooit in Pakistan geweest, of Saoedie-Arabië om er maar een paar te noemen.

Man en vrouw die samen op stap gaan: het bestaat misschien nog wel tijdens de verlovingsperiode maar eens het huwelijk voltrokken is er nog weinig sprake van. Vrouw hoort thuis, doet het huishouden draaien en de kids en man doet wat hij wil. We worden er soms een beetje bitter van.
Wij denken meestal dat ze niet met hun ernaar smachtende wederhelft op stap willen gaan, maar ze kennen het gewoon niet. Ze zijn niet van kwaaie wil, denken we in optimistische buien, het bestaat hier gewoon niet.

Gelukkig zien we het kenteren. Wij voelen ons goed in onze naïviteit, wij leven op hoop...

dinsdag 24 juni 2008

cultuurshock

Terug in Bamako. Terug thuis.
Geen tijd om op adem te komen. De eerste nacht al klanten in de kamers. De tweede dag al een reis die vertrok. Wel even net iets te veel, maar ook zo lekker om weer te zijn waar het hoort.

Onze eerste klanten dit seizoen waren twee leuke jonge vrouwen. De eerste keer alleen in Afrika. Vol goede moed en zin om dit continent dat hen zo aantrekt te ontdekken.
De tweede dag kwamen ze ‘s avonds terug naar hun kamer en was er van die positieve ingesteldheid niet veel meer op hun gezichten te lezen.
We begonnen te praten. Ze waren erin getrapt, door een listige truc van een jonge nietsnut elk 5000 CFA afhandig gemaakt (= elk zo’n 7 euro). Door veel mensen aangeklampt en altijd vriendelijk willen blijven en niet boertig willen doen. En ze moesten nog aan hun rondreis beginnen.

Wie naar Afrika komt voor de eerste maal, voor mijn part iedereen en mezelf op de eerste plaats, ontkomt niet aan de obligate cultuurshock. ALLES is hier anders. En wie probeert om via een Westerse mentaliteit, een Europees gedragspatroon, ja soms zelfs Westerse ‘waarden en normen’ contact te maken met deze Afrikaanse wereld, komt er niet zelden gefrustreerd uit. Ik raad aan om bij aankomst de symbolische Westerse bril in een klein zakje te stoppen dat weer geopend wordt op de luchthaven bij terugkeer. En dus inderdaad hier die Afrikaanse bril op te zetten. Jammer genoeg ligt die bril niet op de luchthaven in een zakje op je te wachten, het is een bril die je beetje bij beetje zelf ‘bricoleert’ – ik had het met geen Afrikaanser woord kunnen zeggen.
Mijn advies is ook : geef jezelf de tijd, loop met je neus tegen de muur, betaal leergeld (wat is 7 euro ?) en leer beetje bij beetje je door Afrika bewegen.
En het belangrijkste advies in dit geval was: wees hard. Met Westerse beleefdheid kom je hier niet ver. Wees hard en maak je grenzen kenbaar. En voor deze voorzichtige meisjes was dat het duwtje door de poort. Het is niet racistisch of boertig, het is gewoon meegaan in de handelswijzen van dit zwarte continent.

De volgende dag kwamen ze ‘s avonds stralend terug. Het had gewerkt, ze leken een manier te vinden, hun Afrikaanse bril zal stilaan vorm krijgen. Ik straalde mogelijk nog meer. Wat een voldoening geeft mijn werk me.

Trouwens om af te sluiten: ook ik heb altijd nog een cultuurshockje bij mijn terugkeer. Ik heb dat ook wanneer ik aankom in België en de overdaad en properheid er weer geaccentueerd waarneem. Maar ook mijn Afrikaanse bril heeft enkele dagen nodig om weer volledig vorm te krijgen.

woensdag 12 maart 2008

pays Mandingue



Zondag zijn we naar het land van de Mandingue geweest. Het land van oorsprong van de Dogon. Er wordt ook gesproken van de Monts Mandingues, inderdaad een mooi landschap en geliefd wandelterrein van expats wonende in Bamako daar het slechts op een 100-tal km van Bamako verwijderd ligt maar net iets minder indrukwekkend dan de overweldigende 'falaise de Bandiagara' in Dogonland. Desalniettemin, al was er helemaal niets aan, we waren op familie-uitstap en dan ben ik de koning te rijk. Uiteraard omdat het zelden gebeurt. We kunnen moeilijk de boel achterlaten wanneer klanten logeren in de gastenkamers. En dan komt er ook een cultuurverschilletje: een Afrikaans gezin zal je zelden om niet te zeggen nooit samen in een auto zien - als er al een auto beschikbaar is. Op zijn minst moet er altijd één gezinslid achterblijven, letterlijk achterblijven want de grootste ramp zou zijn dat een ongeluk gebeurt en alle leden omkomen. Dan is alles weg. Nageslacht en voortbestaan zijn alles. Dit leven moeten verlaten zonder een nakomeling achter te laten is van het ergste wat een Afrikaan kan overkomen, alsof het dan een zinloos leven geweest is.
En toch kan ik Van af en toe overhalen en dan ben ik de koning te rijk.

Het zou Afrika niet zijn mochten we die uitstap dan echt ALLEEN met ons vieren maken. We waren de dag voordien naar de familie in Senou geweest en daar had N'Yélé's zus (in Westerse termen 'nichtje') hard gehuild tot ze mocht meekomen. Wij allen samen met Kathy en Fabienne, bezoek uit België! Een heerlijke week hebben we samen doorgebracht en zo veel gepalaverd dat ik met een immens slaaptekort zit. Het was het meer dan waard.

vrijdag 29 februari 2008

grijs

Ik wil het hebben over de rijkdom van Afrika, de schoonheid van Mali, de joie de vivre van de Malinezen, over de complexiteit van dit continent en niet over de armoede.
Maar gisteren was zo'n dag met grijs in de lucht. Buiten stof, de zon, de sterren en de maan zie je deze tijd niets in de lucht. Of zat het dan in mijn lijf?

Ik was gisteren geshockeerd door de armoede. Ik bezocht klanten die in een hotel verblijven in het centrum van de stad, het meest luxueuze van Bamako - misschien heeft het daar iets mee te maken. Op de terugwandeling zag ik een gehandicapt meisje met een lollie in haar mond waar het speeksel uitliep over het trottoir kruipen. Ik las na het middageten een stukje in een Belgische krant die klanten hadden achtergelaten met een grote foto van David Beckham. Bij de foto weet ik niet zeker of het de Afrikaanse kindjes waren die mijn aandacht eerst trokken of zijn volledig getattoeeerde arm. Het artikel gaf informatie over de toestand van kindersterfte in de wereld en de milleniumdoelstellingen en toonde met behulp van een tabel de hoge positie die Mali inneemt in het rijtje van landen waar de situatie hieromtrent problematisch is. Ten gevolge van armoede. Ik zag tegen het einde van de namiddag, toen ik op een terrasje zat, een verkoper met lelijke schilderijtjes langskomen en ook dat deed pijn. Iedereen is verkoper in Bamako en allemaal van dezelfde zever en wat brengt het op?

Ik wil schrijven over wat hoopgevend is, wat grappig is, wat anders is, wat ontroerend is, wat mooi is. Maar er is ook wat er is.

zondag 17 februari 2008

kom in Afrika ontstressen

Meegaan in een aangenaam kabbelend ritme. Vele reizigers die hier langskomen beleven het op die manier. Ik daarentegen heb nog nooit zo'n stressvol leven geleid als deze ruim twee Tounga Tours-jaren.

Een voorbeeld: Ik had vrijdagavond twee klanten opgehaald aan de luchthaven. Dat doe ik nooit, maar de kinderen waren in Senou bij de familie, Van had elders een afspraak en ik wou dat wel eens beleven. De volgende morgen vertrokken ze om 7u15 met een binnenlandse vlucht naar Timboektoe. Altijd vertraging! Dus afspraak aan hun hotel om 5u30. Nu was het Van's beurt om hen mee te nemen naar de luchthaven en tegen zevenen was hij weer thuis: alles goed verlopen. Nog geen 5 minuten later rinkelt mijn gsm. Ik slaap nog half dus neem niet onmiddellijk op. Na drie pogingen begrijp ik dat het menes is en heb ik die klanten aan de lijn. Ze werden niet meer toegelaten op het vliegtuig wegens te laat en stonden met pak en zak nog in de luchthaven. Wat er dan zo net na het ontwaken door je lijf gaat is allerminst een aangename ervaring.

We belden een andere maatschappij die ook vliegt op Timboektoe (er zijn er twee) en die hadden een vlucht die dag die al vertrokken was, maar nog één om 10u30. Anders zou het voor woensdag zijn. Woensdag! De vlucht van 10u30 was volgeboekt maar we konden altijd eens proberen op de luchthaven zelf.

Op zo'n momenten is het wikken en wegen: gaat blank hier beter of zwart? Uiteindelijk ben ik een taxi in gevlogen en naar de luchthaven gegaan. Ik doe dan graag beroep op het universum. Ik zag de zon achter heel veel stof (we bevinden ons in de tijd van de harmattan, de woestijnwind, alles is stof) en voelde haar energie die ik absorbeerde.

Alle passagiers zijn uiteindelijk komen opdagen maar hadden gelukkig in totaal weinig bagage mee. Na een gesprek (en helemaal niets onder tafel) met de commandant van het vliegtuig was alles in kannen en kruiken: twee passagiers konden er nog bij naar Timboektoe. Mits betaling van twee nieuwe tickets uiteraard.

Eigenlijk waren wij verantwoordelijk: door die vertragingen word je heel laks met de tijd. We hadden een dure les geleerd. Onze klanten waren wel tijdig op de luchthaven maar hadden nog niet gegeten dus tijd zat: nog even een ontbijtje - dat heeft het hem gedaan. Dit is Afrika: je gaat uiteindelijk na enige tijd toch mee in die relatieve tijdsbeleving en net dan worden de regels nauwkeurig uitgevoerd. Maar Afrika is ook: op het kantoor van die eerste maatschappij heeft de vriendelijke chef d'agence de twee tickets voor de gemiste vlucht netjes terugbetaald!

maandag 11 februari 2008

masako



Ik heb een geweldige Japanse vrouw ontmoet. Masako zit helemaal achteraan, aan het hoofd van de tafel en kijkt met grote ogen naar de camera.

Het is een hoger doel te leven zonder vooroordelen. Ik heb hierin nog mijn weg te gaan. Eén van die hardnekkige vooroordelen in mijn leven is/was het feit dat het nooit klikt tussen mij en Japanners. Tijdens mijn uitwisselingsjaar in de Verenigde Staten (1989-90) zat er op de high shool waar ik naartoe ging een Japans meisje, ook voor een jaar 'exchange student'. Het klikte helemaal niet. Er zat een bolster rond waar ik gewoon niet door kwam. Eén en al glimlach en onderdanigheid, ik kon daar niet mee om. En zo verliep het ook hier: we ontvingen reeds enkele Japanners maar altijd was er die afstandelijkheid, waarschijnlijk ook enorm versterkt door een moeilijke te overbruggen taalbarrière. Tot we ongeveer een jaar geleden een reisje van 5 dagen voor een Japanse vrouw organiseerden. Toen ze terugkwam in Bamako hebben we de hele namiddag op ons terras gepraat, voor ze de vlucht naar Guinée nam. (Ja, Guinée als ik me niet vergis. Ze kwam van Senegal en vloog na Mali door naar Guinée en nog enkele andere landen. West-Afrika in twee weken.) Dat was een leuk gesprek! Over het leven hier en ginder en in Europa. Ik leerde over de waanzinnige werkmoraal van de Japanners en hun mentale ongezondheid. Het ijs was gebroken.

En toen kwam Masako. Al een 5-tal jaren heeft ze contact met Sory, één van onze klasse-gidsen die haar ooit rondleidde in Dogon land. Ze zendt hem af en toe klanten. Ze leidt een ngo in Japan 'that expresses concerns on social issues in West Africa through music and dance' (staat op haar kaartje). Een ontmoeting van zielsverwanten werd het. We praatten honderd uit over alles, heel persoonlijk en hadden niet altijd veel woorden nodig.
De foto werd genomen tijdens haar afscheidsfeestje bij ons. Maar over een maand komt ze al terug. Heerlijk.

donderdag 7 februari 2008

het zandkasteel

Ik vind - of maak? - meer tijd om te lezen. Dieu merci.
Na het verhaal van enige vrouwen in Afrika gelezen te hebben, volgen nu blijkbaar de mannen (zie "vlekken van de luipaard" op 05/07/07).
Ik las 'Het Zandkasteel' van Ton van der Lee. Ik las het eigenlijk niet echt, is raasde erdoor heen. Als een bezeten nieuwsgierige naar hoe hij het allemaal beleefde en vooral naar de afloop. Ja, vooral naar de afloop.
Hij geeft hebben en houden op in Nederland en gaat op zoek naar 'zijn plaats'. Afrika moest het zijn maar waar juist was nog niet duidelijk. Hij koopt een tweedehandse auto in St.Louis, Senegal, en trekt naar de binnenlanden van zwart Afrika, komt aan in Djenné en dit wordt zijn place to be. Het voelt onmiddellijk juist. Hij bouwt er een lemen huis, volledig volgens de traditie van die architecturaal zo boeiende stad en enigzins gebaseerd op een tekening die Dali (!) in zijn jonge jaren voor hem maakte. Ondertussen beleeft hij een onmogelijke liefde met een nomadisch Peul meisje en op het einde van het boek is zijn huis af.
Ik wist al hoe het zou aflopen, een einde dat in het boek nog niet wordt verhaald. Zijn zandkasteel staat nog steeds aan de rand van de rivier Bani, net naast de plaats waar je met de veerpont aankomt als je naar Djenné rijdt. Maar Ton van der Lee is er al enige tijd niet meer. Soms horen we dat het gebouw zou gebruikt worden voor een of ander project. Gisteren vertelde Moustique, een gids uit Djenné, me dat er nu een Toeareg vrouw in woont die er een huis voor straatkinderen wil van maken, maar het probleem, zei hij, is dat er in Djenné geen straatkinderen zijn...

Dus ik raas door dat boek want ik wil weten waarom. Waarom is hij weggegaan? Of zelfs, wat is de druppel geweest? Alsof dat ook op mijn vragen een antwoord zou kunnen bieden. Of op zijn minst verduidelijking van een ziel wiens lot hem dezelfde richting heeft uitgeblazen. Hij heeft het over het zware leven in dit deel van de wereld, een blanke houdt het hier niet langer dan enkele jaren vol, onder andere vanwege de klimatologische omstandigheden (de hitte, het stof...). En dan is er nog het verraad. Ik wou dus graag weten waarom hij is weggegaan. Maar zo ver gaat het boek niet: hij stelt zich vele vragen, ook of hij het hier uithoudt, of hij zal blijven. Hij weet het niet.
Zal ik hier blijven?

maandag 28 januari 2008

zeg het met een mangoboom



Elke keer opnieuw zou ik willen zeggen: Tounga Tours draait! Het werkt! Het lukt! Alsof ik het mezelf nog eens wil duidelijk maken. Wat een flauwekul. Het eeuwige aanvaardingsprobleem. Met volle teugen genieten is de boodschap.

Aanvankelijk waren het voornaamelijk Belgen en vooral Vlamingen die ons contacteren, nu gaan we meer en meer internationaal en ook dat is een geweldige groei. Onlangs een reis georganiseerd voor twee Amerikaanse dames, of voor een groepje van twee Australiërs en een Amerikaan die in Lagos wonen of een groep van vijf gepensioneerde Fransen en meer en meer voor Nederlanders. Laatst hadden we een echtpaar die enkele nachten in onze gastenkamers doorbrachten en ook door ons een deel van hun reis door Mali hadden laten verzorgen. Bij hun vertrek hebben ze me bij gebrek aan een boeket bloemen een jong mangoplantje geschonken, dat nu wortel schiet in onze voortuin onder het zorgzame oog van N'Yélé.



Trouwens N'Yélé is helemaal into fotograferen en doet dat bijzonder goed. Zij nam de foto van deze twee binken, onze dierbare Mohammed - manusje van alles en grote vriend van Samba - en Lassine, de jongste onzer gidsen en evengoed op weg een grote ster te worden aan het gidsenfirmament. Beiden zeer stoer en cool, ware Afrikaanse macho's. Zij zijn onze kinderen of onze jonge broers, immer aanwezig en één met de Tounga-familie.