donderdag 29 maart 2012

coup

Ik heb me voorgenomen meer structureel te werk te gaan dus wanneer de kinderen Nederlandse school hebben op maandag- en woensdagnamiddag, instaleer ik me op het terras van een nabijgelegen aangenaam hotel met zicht op de Niger en schrijf. Zo ook vorige woensdag. De Nederlandse school had pas gemeld dat er geen lessen zouden zijn die namiddag wegens onrusten in Kati, een garnizoensstad 15 km buiten Bamako. Ik had me weerom geërgerd aan die overdreven reactie. Na een uurtje kreeg ik een sms van Aoua die thuis was met de kinderen: Ann, er zijn schoten gehoord in de stad. Ik belde haar en ze had de schoten zelf gehoord. We wonen op linkeroever vlak aan de rivier en nagenoeg net aan de overkant ligt het centrum van de stad met het ORTM gebouw, de nationale televisie en radio. Ik ben naar huis gegaan en heb ze zelf gehoord, de schoten, gedurende twee dagen en twee nachten.

Het klinkt erger als je het zelf niet meemaakt. Ik heb me op geen enkel moment onveilig gevoeld. Wat begon als een muiterij in het leger mondde uit in een staatsgreep door ontevreden militairen. Ze komen in opstand tegen het onkundige beheer van ATT, Amadou Toumani Touré, tot dat moment de president van Mali. Zijn ambtstermijn liep op zijn einde, 29 april zou de eerste ronde van de presidentiële verkiezingen plaats vinden. Maar dat was niet zeker omwille van de problemen in het noorden. Dat is de prioriteit van de junta, een oplossing vinden voor het probleem in het noorden met de Toeareg-rebellen waarbij de eenheid van Mali bewaren voorop staat. Deze coup is ook een opstand tegen de grootschalige corruptie binnen de overheid en de legertop, en tegen de erbarmelijke toestand van de gezondheidszorg en het onderwijs.

Er moest iets gebeuren maar met een staatsgreep? Wie zal het zeggen. Woensdag werd aangemaand binnen te blijven en een avondklok werd ingesteld van 18 tot 6 uur. De scholen werden gesloten. We hoorden die eerste dagen vele schoten, bij ons in de buurt voornamelijk in de lucht maar bij het presidentiële paleis en aan een andere kazerne werd danig gevochten. Er werden winkels geplunderd en voornamelijk 4x4’s gestolen. Bandieten maakten misbruik van de situatie en stalen mee. Maar bijzonder is dat er verder geen burger werd geraakt. De doorsnee bevolking is tevreden; ATT werd al lange tijd sterk bekritiseerd en kapitein Sanogo, de leider van de junta, had de moed er iets aan te doen. Ik ging die woensdagavond met de kinderen een hoofdstraat die vlak bij ons huis loopt inspecteren – Samba wou soldaten zien en we zagen hoe voorbijrijdende en in de lucht schietende soldaten met applaus en vreugdevolle kreten aangemoedigd werden in een verder uitzonderlijk kalme hoofdstad.

Vanaf het weekend kreeg het dagelijkse leven stilaan zijn normale vorm terug. Maandag ben ik zelf naar de andere kant van de stad gereden en zag dat het ok was. Dinsdag gingen de banken en overheidsdiensten weer open en vandaag, woensdag, mochten de kinderen weer naar school. Er heerst rust in de stad of beter schijnrust. Want waar staan we nu? De hele internationale gemeenschap is tegen. De Malinese politieke klasse is tegen, de juridische wereld is tegen. En het volk is voor.

Malinezen zijn goedhartig en vredevol en ik durf nog steeds hopen dat ook op deze manier dit probleem zal opgelost worden. Het laatste wat we hier nodig hebben is oorlog. Maar het eerste dat het muitende leger in beslag nam was de nationale tv en radio en hun nieuwsberichten ruiken naar mijn gevoel net iets te propagandistisch. De junta beweert dat ze niet uit zijn op macht, maar iets willen doen aan de problemen bovenaan vermeld en dan verkiezingen willen organiseren waar ze zelf niet aan zullen deelnemen. Zeggen ze.

A
an de hoeveelste doodssteek voor het Malinese toerisme zitten we nu? Ik stel mijn cv op en zoek werk. In Bamako voor de duidelijkheid want terugkeren doe ik vooralsnog niet. Alle tips zijn welkom.

maandag 5 maart 2012

breek de cyclus


Weerom een stuk dat ik enkele maanden geleden schreef en alsnog post, later meer over de actuele gang van zaken:

Er is veel te zeggen over de situatie van de vrouw in Mali. Ze dragen de hele maatschappij, zijn veelal besneden en gearrangeerd gehuwd met mannen die zich superieur wanen - een idee dat vrouwen mee helpen in stand houden.

Ik repliceer graag dat achter de sluier van onderdanigheid behoorlijk zelfbewuste dames schuilen die hun zaakjes mooi regelen. Het is ergens waar, maar dan lees ik de studie van de Zweedse Asa en Sophie die hier logeerden, en begrijp ik dat er pogingen bestaan om de situatie van de vrouw in kaart te brengen, haar rechten, haar rol in de maatschappij en mogelijkheden tot ondernemen en bezit en deze zelfs te meten. Resultaat is dat - het kan me niet verbazen - Mali ergens onderaan bengelt.

Er zijn vrouwen die de weg naar emancipatie durven nemen en er zijn reactionaire vrouwen die deugdzaamheid en onderdanigheid als het hoogste goed doorgeven aan hun dochters. Ik maak het mee met onze dierbare Aoua. Sinds anderhalf jaar woont ze bij ons in. De kinderen zijn dol op haar en omgekeerd. Ik apprecieer haar enorm en we hebben interessante gesprekken.

We hadden het ooit over het vermogen tot lijden. Een vrouw die veel geleden heeft is een goede vrouw hier, dat wist ik al. Als je als moeder veel geleden hebt, zullen je kinderen het goed hebben. Een moeder raadt haar dochter in een vreselijk huwelijk aan: "Verdraag het, mijn kind, het is je man." Aoua vindt de woorden van mijn moeder van enkele jaren geleden - ze refereerde ook aan mijn huwelijkse situatie - ondenkbaar: "Ann, dit ga je de rest van je leven toch niet verdragen?"
Met trots zegt Aoua dat het religie is die deze overtuiging in stand houdt. Ze is diepgelovig en tegelijkertijd heel intelligent. Het paradijs dat haar te wachten staat in het hiernamaals zalft de wonden op aarde. Ik leg haar uit dat je zo de cyclus der lijden in stand houdt. Haar overgrootmoeder heeft het haar grootmoeder voorgedaan en zij zal het haar dochter leren.

Men heeft me hier dikwijls aangespoord om vol te houden, omwille van de kinderen bijvoorbeeld. Ik antwoordde dat ik er omwille van de kinderen uitstap. Ik toon mijn dochters niet het voorbeeld van een lijdende moeder. Ik breek de cyclus.