dinsdag 14 april 2009

op zoek naar vriendschap


Speelt het cultuurverschil meer in vriendschappen dan in relaties? Ik zal de laatste zijn om te zeggen dat het niet speelt in relaties, maar wat mij tot nog toe in de relatie lukt, lijkt niet te werken in de vriendschap. Ik heb geen Malinese vriendinnen. Ik heb schoonzussen, personeel, misschien kenissen, maar geen echte vriendinnen - dat kan blijkbaar alleen met cultuurgenoten.
Sophie, de Zweedse eigenaresse van hotel Djenné Djenno in Djenné, is een dierbare vriendin geworden en logeert hier steeds tijdens haar Bamako verblijven. Als de Vlaamse Dominique, die sinds een klein jaar in Segou woont, hier een week komt logeren is het een waar genot. Mijn Nederlandse vriendin Annemiek, met haar zoontje Robin van N'Yélé's leeftijd, is na een drietal jaren terug naar Nederland verhuisd en die mis ik. Ik heb net een andere Nederlandse vrouw ontmoet, Simone die ook gastenkamers heeft en een reisbureau: een leuke kennismaking waar meer kan uit groeien.
Er zijn ook Westerse vrouwen die ik niet opzoek, het is uiteraard niet omdat ze blank zijn dat er een potentiële vriendschap in zit.
En dan zijn er de bezoeken van de Belgische vriendinnen, zoals Micheline een tweetal-maanden geleden (zie foto) of Bijke een jaar geleden of Els in het begin. Uren geklets brengt dat met zich mee.
Maar waarom lukt het dan niet met Afrikaanse, Malinese vrouwen?
Vooreerst meen ik dat we anders communiceren. Bij onze hartsvriendinnen leggen we onze volledige emotionele wirwar bloot. Ik zie dat hier nog zo vlug niet gebeuren. Om even naar de mannen over de schakelen: als Van problemen heeft zal hij die met zijn familie eventueel gaan bespreken, maar niet met zijn 'vrienden'. Er is een soort algemeen heersend wantrouwen dat zegt dat je je persoonlijke dingen best voor jezelf houdt. Je kwetsbaar opstellen wordt niet zozeer als een kracht beschouwd.
Ik heb ooit gedacht dat Sitan en ik vrienden zouden kunnen worden (zie 25 juli 2008) maar dat bleek een naïeve gedachte (zie ook hieronder).
Het lijkt alsof ik met Afrikaanse vrouwen nooit vanuit een gelijke basis kan vertrekken. Ik ben meestal rijker, hoger opgeleid, in een werkgever-situatie. Moeilijk om een vriendschap dan tot onvoorwaardelijke hoogtes te laten uitstijgen. Dus wat niet kan in echte vriendschap kan wel in echte liefde?
De toekomst zal het uitwijzen...

woensdag 1 april 2009

exit Djinè


Djinè (zie ook stukje 5 augustus 2007) in betere tijden, eigenlijk nog niet zo heel lang geleden. Begin februari tijdens het bezoek van Micheline.

C'est fini. Djinè is geen lid meer van de Tounga-familie. Over and out.
Het heeft lang aangesleept. Als sinds de vorige keer dat ik over hem schreef, had ik het over zijn wankele natuur. Als alles meezit, is hij de meest fantastische 'kamermeid' die je je kan voorstellen. Hij heeft niet alleen een wankele natuur, maar ook een heel precieze natuur. De zorgvuldigheid waarmee hij de kamers in orde bracht voor onze bezoekers heeft me steeds verheugd. Dat is voornamelijk ook de reden waarom ik zo veel door de vingers heb gezien. Van zei altijd maar dat we wel iemand anders vinden, maar iemand die zo perfectionistisch is ... ik was en ben daar nog niet zo zeker van.

Ik ben Djinè heel dankbaar en heb hem dat ook gezegd. Hij heeft me veel geleerd. Hij heeft me geleerd hoe verkeerd het is personeelsleden ongepast te verwennen. Of toch, hij kon er niet mee om en kende tegen het einde geen grenzen. Hij kwam wanneer hij zin had, de laatste weken meestal zo rond 11 à 12 uur 's middags terwijl hij 's morgens diende te beginnen. Als hij geen zin had was hij om 16 uur al weer weg. Er was eens een dag dat hij niet kwam. Ik was telkens ontzettend boos tegen hem maar dat haalde niets uit. Sinds we de beslissing hadden genomen dat hij zou stoppen op het einde van de maand ben ik ook niet meer boos geweest. Ik werd er telkens zo verschrikkelijk kortademig van. En wat helemaal niet meer door de beugel kon: hij werd arrogant.
Ik zei al dat de Afrikaanse een enorm hiërarchische samenleving is. Iedereen heeft en kent zijn plaats en gedraagt zich er ook naar. Mijn aanvankelijke - voor in Afrika naïeve - democratisch Westerse aanpak werkte niet. Ook bij andere personeelleden heb ik dat al enige tijd gemerkt en veel afstand genomen. Bij Djinè was het te laat.

Daarbij moet ook gezegd worden dat ik uiteraard de neiging heb alles door een Afrikaanse bril te zien. Ik vermoed dat het in Westerse bedrijven ook aangewezen is om enige afstand tegenover het personeel te bewaren. Ik was nooit werkgever en ben hier ook nog eens op dat vlak aan het bijleren.

Djinè heeft gisteren nog met tranen in de ogen gesmeekt of hij toch niet kon blijven, maar het heeft allemaal te lang geduurd. Wel ben ik benieuwd naar hoe het nu verder verloopt. Legt hij zich erbij neer? Stuurt hij - zoals het hier past - een delegatie van de familie om excuus te komen vragen? Of gaat hij ons aangeven bij het INPS (sociale dienst) omdat hij hier in het zwart werkte?

Het is nu laag (en heet!) seizoen, we hebben tijd om iemand anders op te leiden. En bij het begin van het volgend seizoen schrijven we onze personeelsleden in. We worden een serieuze zaak, met officiële werknemers en professionele afstanden.