woensdag 11 april 2012

en verder

En toen werd het een hel in het noorden. De MNLA (zie vorig) nam in één weekend de helft van het land in en proclameerde de onafhankelijkheid van de Azawad. De MNLA zijn seculiere Toeareg-rebellen en eigenlijk ook maar een klein percentage van de bevolking in het noorden. Toen kwam Ansar Dine, andere rebellen die niets geven om de onafhankelijkheid maar de sharia in heel Mali willen invoeren, gesteund door AQMI, Al Quaeda in de Magreb. Vandaag las ik dat er weer een andere beweging was opgericht in het noorden, ik ben de tel kwijt geraakt maar lees dat ze met elkaar niet overweg kunnen. Laat het ons hopen.

Een katastroof in het noorden dus.  Abou, onze dierbare plaatselijke gids, vertelde hoe de straten leeg zijn in Timboektoe. Geen markten, geen winkels, geen benzine en veel vernield. De meeste vrouwen en kinderen gevlucht en zij die overbleven bedekt. De sharia heerst er maar ook de onzekerheid, de onduidelijkheid, de angst. In Gao spreekt met van schendingen van de mensenrechten terwijl we in Bamako gebukt gingen onder het embargo van de CEDEAO. Gebukt is een groot woord want net zoals ik vorige keer schreef, bleef het dagelijkse leven voornamelijk zijn gewone gang gaan. Maar de spanning liep op. Alle westerlingen werd aangeraden het land te verlaten en wat doe je dan als je dagelijks verschillende mensen over de vloer of aan de lijn krijgt om afscheid te nemen? Wat me vooral bijblijft van vorige week is hoe besmettelijk paniek is. Hoewel ik me sinds het begin van de staatsgreep op geen enkel moment onveilig heb gevoeld, dat wil ik toch blijven benadrukken, is het de angst van anderen die me op sommige momenten heel zenuwachtig maakte. Gaan of blijven? Neem ik de verantwoordelijkheid om te blijven met 3 kleine kinderen? Maar ik voel niet dat de tijd gekomen is om te gaan. Mijn weerstand om te gaan is eerder in geen woorden te bevatten. Enkelen trachtten me te overhalen en kregen een minder aangename, zeg maar afsnauwende kant van mezelf te zien.
En dan, na twee weken slechts nieuws van her en der in het land, kregen we eind vorige week hoop. De junta ging officieel akkoord om de macht over te dragen en onmiddellijk werd het embargo ingetrokken. Er moet nog véél gebeuren, laat dat duidelijk zijn, maar laat het ook het begin van het einde zijn of beter het begin van het begin. Er is hoop. Er wordt een transitie ingesteld, een eerste minister zal de leiding nemen over het land tot en met de verkiezingen en moge het gepalaver over de keuze van die persoon kort en bondig zijn. Malinezen die met politiek begaan zijn hopen dat deze gebeurtenissen zullen leiden tot een breuk met de oude politieke familie, beginnen met een schone en vooral minder corrupte lei. Eens Bamako iets of wat functioneert, moet het noorden aangepakt worden en dat beter morgenvroeg dan volgende week. En dan verkiezingen. Maar ja, we durven hopen.
Maar we zijn ook realistisch. Geen toerisme voor een tijd. De paasvakantie van de kinderen was 2 weken naar voor geschoven omwille van de onzekere toestand. Ik wacht met grote nieuwsgierigheid of de school weer opent volgende week. Als dat het geval is – waar ik ten zeerste naar uitkijk – dan wordt het echt tijd voor mij om een plan op te stellen.

Geen opmerkingen: