vrijdag 22 oktober 2010

things fall apart

In mijn geval enigszins letterlijk te nemen.
Maar daar gaat dit niet over. Ik heb een prachtig boek gelezen met deze titel. Geschreven door Chinua Achebe, een gevierd Nigeriaans verteller.
Het boek neemt je mee naar een Ibo-dorp, midden in de brousse net voor en bij het begin van de veroveringstocht van zwarte zieltjes door de blanke missionaris-man. Het verbaasde me hier trouwens dat deze nog steeds bestaan. Ik ontmoette bijbelvertalers en echte missionarissen die van mening zijn dat het beter (praktischer?) is een dorp in zijn geheel te bekeren dan individu per individu. Ja, nu nog!

Ik hou van deze boeken over Afrika, ik ontdek nieuwe nuances maar lees ook over wat herkenbaar is of wat ik soms vergeet. In het verhaal wordt beschreven hoe de ene man met zijn gevolg op bezoek gaat bij een andere om één en ander te bespreken. Eerst worden de kolanoten gekraakt en de palmwijn gedronken – meegebracht door de gast of aangeboden door de gastheer ten teken van respect – terwijl het over koetjes en kalfjes gaat en pas hierna wordt het eigenlijke onderwerp dat de oorzaak is voor het bezoek aangekaart.

Vorig jaar in Senegal zag ik hoe palmwijn wordt afgetapt van de palmboom. De plaats van palmwijn wordt hier ingenomen door tsjapalo of gierstebier. Wanneer het vers gemaakt is, is het best lekker. Het doet me denken aan ‘Lambik’ waar ik van proefde in mijn kinderjaren. Ik kan me voorstellen dat gierstebier hier dezelfde functie had als palmwijn in Nigeria tig jaar geleden, maar de islam heeft ervoor gezorgd dat men het bier vandaag drinkt in bars en christelijke dorpen. Noem het een verdienste of niet, maar de missionaris en waar hij voor staat zitten er voor iets tussen.

Herkenbaar is dat vele acties ondernomen worden met een gevolg. Een maatje, een vriendin, een nicht, een nonkel vergezellen bij bezoeken en uitstappen allerhande. De uitgebreide begroetingen en koetjes en kalfjes horen bij de aanvang van elke ontmoeting.
‘Goede morgen.’
‘Goede morgen.’
‘Heb je de nacht goed doorgebracht?’
‘In vrede.’
‘Hoe gaat het met de mensen van je huis?’
‘Er zijn geen problemen.’
‘Hoe gaat het met je vrouw?’
‘Er is geen kwaad.’
‘En je kinderen?’
‘Zij verkeren in goede gezondheid.’
‘En je dieren?’...
En als dit in alle rust en wederzijds is afgehandeld kan men pas zeggen: ‘Mijn vriend, ik heb zware problemen, mijn stal is ingestort, mijn zoon is ziek en mijn grootmoeder ligt op sterven.’

En dat vergeet ik wanneer ongeduld me overmeestert. Het gebeurt dat ik kortaf ‘dag’ zeg, de hele rametam achterwege laat en me kwaad maak omdat de chauffeur te laat is en de reizigers wachten, omdat de meubelmaker zegt dat hij onmiddellijk langskomt en dat na 2 weken nog niet heeft gedaan, omdat iemand geld leende en dat ruim na de afgesproken datum nog niet terugbetaalde …
Bij het lezen van het boek dacht ik aan het onmetelijke Afrikaanse geduld en mijn sporadisch verlies van zelfbeheersing en besefte dat het eerstgenoemde een grote kracht is.


Foto by N’Yélé: vorige zondag, het leven in een Bambara-dorp - een kleine greep uit het neven en nichten arsenaal.

Geen opmerkingen: