De eerste maanden in Afrika is alles fantastisch: Afrikanen lachen veel, zijn niet gestresst, leven dichter bij de natuur, zijn echt en wat nog. Na enkele jaren keert dat om en wordt het soms moeilijk om nog de voorzijde van de medaille te zien: Afrikanen hebben geen discipline, kunnen niet met geld om, doen nooit wat ze zeggen en wat nog.
En dan plots zie je weer die prachtige kant. Of beter na nog een tijd splijt de medaille zich in twee en zie je voor- en achterzijde naast mekaar, op weg naar de realiteit...
We hadden een tweetal maanden Jackie, een ver familielid van Van, op bezoek. Van en Jackie hebben hun jonge kinderjaren samen doorgebracht, ergens in de brousse. Jackie heeft geen moeder meer, geen vader, geen broers of zussen, wel een vrouw en drie kinderen met wie hij wat verderop nog steeds in de brousse leeft.
Zoals vele 'broussards' komt Jackie kijken of er geen werk te vinden is in Bamako. Ik weet zeker dat we dat voor hem vinden, of beter creëren. Van heeft al een fantastisch plan waarover mogelijk later meer.
Dus Jackie op prospectie naar Bamako. Zoals dat gaat in Mali. Op een dag staat Jackie daar en blijft, zonder een woord, zonder een vraag. En op een dag gaat Jackie weer, zondag was dat, terug naar de brousse om het regenseizoen voor te bereiden, een drukke tijd waarin van vroeg tot laat het land wordt bewerkt.
Jackie is gekomen met een klein zakje en met twee immens grote tassen vertrokken. Werkelijk iedereen heeft gegeven, naar eigen vermogen: de ene wat broeken, de andere kledij voor zijn vrouw, de ene wat kleingeld, de andere een paar schoenen.
Het wordt wel eens gezegd dat mensen die weinig hebben het meeste geven, het is een cliché dat je maar neemt voor wat het waard is. De spontaneïteit waarmee aan Jackie gegeven werd, ontroerde me zeer.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten